Op de fiets
Ik ben op de fiets naar mijn werk geweest. Voor het eerst in de drie jaar dat ik nu bij de Nieuwe Dockumer Courant werk. Het was er nog niet van gekomen omdat ik eerst in Leeuwarden woonde, daarna een periode ‘fietsloos’ was en tot voor kort een lekke band had.
Van mijn woonplaats Ee naar Dokkum is het ongeveer zeven kilometer fietsen. De route langs het Jaachpad is echt prachtig. Als ik ’s ochtends vroeg in de zon langs het water fiets geniet ik van de prachtige natuur, de bloemen langs het fietspad, de vele koeien, schapen en paarden in de wei.
Een mooie bijkomstigheid is dat fietsen ook nog eens goed is voor de conditie. Dat komt goed uit, want het sporten in de sportschool blijft er de laatste weken, of eigenlijk maanden een beetje bij. Ik bedenk me dan ook dat ik dit vaker ga doen. Sterker nog: ik ga ’s zomers elke dag op de fiets naar het werk.
Ruim twintig minuten later arriveer ik fit en wel op kantoor en vertel trots aan mijn collega’s dat ik op de fiets ben. Na een dag hard werken herinneren diezelfde collega’s mij er aan dat ik de terugweg waarschijnlijk tegenwind heb. Ik probeer nog te regelen dat ik met iemand mee kan rijden, maar er zit niets anders op dan de fiets te pakken.
De terugweg is de natuur opeens een stuk minder mooi nu het bewolkt is. De tocht lijkt ook veel langer als je tegen de wind in moet fietsen. Op het moment dat ik de steenfabriek van Oostrum eindelijk ben gepasseerd, lijkt de kerk van Ee nog mijlenver weg.
Doodmoe en bezweet bereik ik drie kwartier later ons huis. Ik plof op de bank neer. Morgen toch maar met de auto?
Klasina van der Werf
Bron: Nieuwsblad Noordoost-Friesland, 29 mei 2008
Van mijn woonplaats Ee naar Dokkum is het ongeveer zeven kilometer fietsen. De route langs het Jaachpad is echt prachtig. Als ik ’s ochtends vroeg in de zon langs het water fiets geniet ik van de prachtige natuur, de bloemen langs het fietspad, de vele koeien, schapen en paarden in de wei.
Een mooie bijkomstigheid is dat fietsen ook nog eens goed is voor de conditie. Dat komt goed uit, want het sporten in de sportschool blijft er de laatste weken, of eigenlijk maanden een beetje bij. Ik bedenk me dan ook dat ik dit vaker ga doen. Sterker nog: ik ga ’s zomers elke dag op de fiets naar het werk.
Ruim twintig minuten later arriveer ik fit en wel op kantoor en vertel trots aan mijn collega’s dat ik op de fiets ben. Na een dag hard werken herinneren diezelfde collega’s mij er aan dat ik de terugweg waarschijnlijk tegenwind heb. Ik probeer nog te regelen dat ik met iemand mee kan rijden, maar er zit niets anders op dan de fiets te pakken.
De terugweg is de natuur opeens een stuk minder mooi nu het bewolkt is. De tocht lijkt ook veel langer als je tegen de wind in moet fietsen. Op het moment dat ik de steenfabriek van Oostrum eindelijk ben gepasseerd, lijkt de kerk van Ee nog mijlenver weg.
Doodmoe en bezweet bereik ik drie kwartier later ons huis. Ik plof op de bank neer. Morgen toch maar met de auto?
Klasina van der Werf
Bron: Nieuwsblad Noordoost-Friesland, 29 mei 2008
29 mei 2008